Jan Keeman verteld over duurzaamheid. “In de 40 jaar waarin we crematie- en filterinstallaties maken is de stap naar een elektrisch gedreven crematieoven min of meer vanzelfsprekend geweest. De vraag naar een duurzaam crematieproces is in die jaren alleen maar toegenomen. Onderzoek, innovatie, testen en vooral ook gesprekken met onze afnemers hebben twee jaar geleden concreet geleid tot de introductie van de DFW Electric. En dat blijkt een schot in de roos. Er wordt veel gesproken over duurzaam, maar wat is duurzaam? Is dat een product wat lang meegaat? Of moeten we het zien als bescherming van het milieu, als een structurele bijdrage aan het klimaat. Duidelijk is dat we goed moeten omgaan met de delfstoffen die we tot onze beschikking hebben. Duurzaam is voor ons ook het kritisch kijken naar de processen zoals we deze aansturen. Werken op een manier waarop we het milieu zo min mogelijk belasten. Dat is wat we beogen met onze elektrische crematieoven.
CO2 reductie
Inmiddels weten wij dat we met het elektrisch cremeren ten opzichte van gas een energie kostenreductie hebben van meer dan 50 % per crematieproces. Dat is veel, maar het gaat om meer. Bedenk je dat er bij gebruik van een elektrisch gedreven crematieoven er 110 kg minder aan CO2 per crematieproces in het milieu terechtkomt t.o.v. een gas gedreven crematieoven.
NOx emissie
Ditzelfde effect van mindering is ook bij de emissie van de stikstof oxides, de wel bekende NOx uitstoot. De elektrisch gedreven crematieoven laat ook hier een zeer grote reductie zien van meer dan 50% t.o.v. de gas gedreven crematieoven. Kortom, ook hier de grote winst van het elektrisch crematieproces. De belangstelling voor de DFW Electric is in binnen- en buitenland groot. Binnen de crematiebranche spreekt men over een nieuw hoofdstuk, dat van duurzaam gebruik van energie. Voor DFW als bedrijf betekent het dat we nu ongeacht de energiebron, in staat zijn om daarvoor crematie-installaties te produceren. Installaties die functioneren op “aardgas, propaan, olie, bio-olie, elektriciteit, hybride en op korte termijn ook op waterstof.”